De kleine zigeunerprinses - Hendrik de Vries

Ik ben de kleine zigeunerprinses.
Mijn vader heeft een gevaarlijk mes.
Mijn moeder had oorbellen, prachtig rood.
Nu draag ik ze zelf. Moeder is dood.

Haar kralen heb ik ook om de hals.
Ze schold mijn vader voor vuil en vals.
Mijn mooiste speelgoed heeft zij gebroken
En toen heeft vader haar doodgestoken.

Vader is wijs, en moeder was dom.
Ze komt soms weer, en ik weet waarom.
't Is om haar kralen en om haar bellen.
Maar als ik iets vraag wil ze niets vertellen.

Haar oorbellen en haar kralensnoer
Berg ik goed op: onder de vloer.
Een kleed er over; een zwarte kast -
Voor vader is dat een lichte last.

Hij weet wel dat ze terug kan komen.
Anderen zeggen: het zijn maar dromen,
Het zijn maar schaduwen tegen 't behang. -
De mensen zijn dom. De mensen zijn bang.



Hendrik de Vries (Groningen, 1889-Harem 1989) reisde in de periode van 1924 tot aan het begin van de Spaanse Burgeroorlog (1936) ieder jaar in zijn vakantie naar Spanje. Daar wandelde hij door het land en kwam zo in aanraking met de Spaanse cultuur. >>Lees meer elders op dit blog.